Op nieuwjaarsdag, 1 januari, wordt de WOZ-waarde van uw woning weer opnieuw door de gemeente vastgesteld. Meer dan ooit heeft u reden om kritisch naar die waardering te kijken. Recent heeft onze hoogste rechter, de Hoge Raad, beslist dat voor de WOZ de zogenoemde ‘Fierensmarge’ buiten beschouwing moet worden gelaten. Door die ‘Fierensmarge’ is er geen redelijke mogelijkheid om de hoogte van de verschuldigde belasting te betwisten. En dat blijkt dus niet terecht te zijn.
De WOZ-waarde van een woning is van invloed op diverse belastingheffingen. Niet alleen de inkomstenbelasting, maar onder meer ook de zakelijke afschrijving op panden, de erfbelasting en gemeentelijke heffingen gaan uit van de WOZ-waarde. Er kan dus een groot financieel belang zijn bij deze waarde. Daarom heeft de vaststelling ervan al tot veel bezwaarschriften en beroepsprocedures geleid.
Vanaf 2005 was in de wet opgenomen dat wanneer de werkelijke WOZ-waarde van een pand slechts met een klein bedrag afweek van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde, er geen bezwaar- en beroepsmogelijkheid meer was. Deze waarderingsmarge wordt de ‘Fierensmarge’ genoemd. In de procedure die uiteindelijk voor de Hoge Raad kwam ging het over de waardebepaling van een woning. Een gemeente had de WOZ-waarde van een woning vastgesteld op € 99.000. De eigenaar vond deze waarde te hoog. De gemeente en de eigenaar kwamen overeen dat de werkelijke WOZ-waarde € 95.000 was. Omdat de afwijking van € 4.000 binnen de marge (in dit geval 5%) viel, handhaafde de gemeente de waarde van € 99.000. De rechter vond dat de Fierensmarge in strijd was met het ongestoorde genot van eigendom. Er was door de marge geen redelijke mogelijkheid om de hoogte van de verschuldigde belasting aan te vechten. Volgens de rechter moest daarom de Fierensmarge buiten beschouwing blijven. In de procedure werd uiteindelijk de waarde van het pand op € 95.000 gesteld.
Nu ook de woningprijzen sterk onder druk staan loont het zeker de moeite om weer eens kritisch naar de WOZ-waarde van uw woning te kijken. Zelfs kleine afwijkingen hoeven gelukkig geen belemmering meer te zijn om bezwaar te maken.
Van Vugt & Van Hulten, december 2010