Van een directeur aandeelhouder (DGA) van een BV namen de saldi van de rekening-courantverhouding met zijn BV in de jaren 2009, 2010 en 2011 toe. Over die jaren legde de fiscus naar aanleiding van een boekenonderzoek navorderingsaanslagen op. Voor de rechter was in geschil of de jaarlijkse toenamen van de rekening-courantschuld van de DGA aan zijn BV moesten worden aangemerkt als belastbare voordelen uit aanmerkelijk belang (box 2). Ook waren de opgelegde vergrijpboetes van 50% over de jaren 2009 en 2010 in geschil. De Rechtbank Noord-Holland stelde vast dat over de betreffende jaren geen rekening-courantovereenkomst was opgemaakt. Ook waren ten behoeve van de aflossing van de rekening-courantschuld geen zekerheden gesteld. Verder waren er geen rente en geen aflossingsschema overeengekomen. De BV had ook geen incassomaatregelen getroffen. Met name om die redenen vond de rechtbank het aannemelijk dat de toename van de rekening-courant niet kon of zou worden afgelost. De DGA had zich daarvan bewust moeten zijn. De bedragen van opnamen in rekening-courant hadden het vermogen van de onderneming in de belastingjaren definitief verlaten. Daarmee moesten ze als onttrekkingen worden aangemerkt. De door de fiscus vastgestelde uitdelingen waren terecht. De vergrijpboetes werden verminderd tot 25% omdat de DGA geen opzet was te verwijten.