Een BV deed aangifte BPM voor de registratie van een uit een andere EU-lidstaat afkomstige personenauto. De auto was door de BV gekocht voor € 65.000 (exclusief BTW en BPM). Bij de aangifte werd een taxatierapport gevoegd. Daarin was de handelsinkoopwaarde (€ 67.398) bepaald aan de hand van de koerslijst Eurotaxglass’s (€ 71.484) minus schade (€ 4.086). De fiscus nodigde de BV uit om de auto te laten hertaxeren. Daar ging de BV niet op in. De fiscus accepteerde daarom de schade niet. Voor de rechter was in geschil of de naheffingsaanslag BPM van € 831 terecht was. In hoger beroep oordeelde Hof ‘s-Hertogenbosch dat de BV door niet te voldoen aan de toonplicht haar bewijspositie had verzwakt. Dat betekende echter nog niet dat de fiscus aan de door de BV gestelde waardevermindering in verband met schade zomaar voorbij kon gaan. Die schade kon ook aan de hand van foto’s aannemelijk worden gemaakt. Omdat op de foto’s niet goed was te zien dat sprake was van meer dan normale slijtage kreeg de fiscus toch het voordeel van de twijfel. Vanwege het ontbreken van Nederlandstalige handleidingen en software werd de schade nog wel vastgesteld op een bedrag van € 254 inclusief BTW.