De belangrijkste op Prinsjesdag aangekondigde maatregelen voor 2015 zijn:
– de werkkostenregeling moet vanaf 1 januari 2015 verplicht worden toegepast, waarbij in de mogelijkheid van een jaarlijkse afrekening is voorzien;
– de gebruikelijk loonregeling voor de directeur-grootaandeelhouder wordt aangepast. Onder meer daalt de doelmatigheidsmarge van 30% naar 25%. Voor 2015 is voorzien in overgangsrecht;
– ook buitenlandse geldboetes zijn vanaf 2015 niet meer aftrekbaar;
– het verlaagde btw-tarief (6%) op renovatie en herstel van woningen wordt verlengd tot 1 juli 2015;
– wanneer in 2013 geen gebruik is gemaakt van de 80%-regeling, is dit in 2015 alsnog mogelijk;
– de maximale periode van de renteaftrek op een restschuld na verkoop van een woning wordt verlengd van 10 naar 15 jaar;
– de verlenging van de termijn van de renteaftrek voor de leegstaande, te koop staande voormalige eigen woning of een nog leegstaande toekomstige eigen woning (verhuisregeling) wordt structureel gemaakt en blijft daarmee drie jaar;
– om te voorzien in inkomen bij arbeidsongeschiktheid, wordt het mogelijk om een lijfrente (gedeeltelijk) eerder op te nemen, zonder dat revisierente wordt verschuldigd;
– de crisisheffing hoge lonen blijft (2 keer) eenmalig en komt niet terug in 2015;
– de ouderentoeslag box 3 wordt afgeschaft m.i.v. 1-1-2016;
– de keuzeregeling voor buitenlands belastingplichtigen vervalt;
– er worden tijdsevenredige heffingskortingen ingevoerd bij tijdelijke binnenlandse belastingplicht;
– de mogelijkheid van het aantonen van de BPM-waarde van een auto door middel van een taxatie wordt sterk beperkt;
– het begrip personenauto voor de MRB/BPM wordt uitgebreid (met name van belang bij dubbele cabines) per 1-1-2016;
– het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting wordt in 2015 verhoogd van 36,25% tot 36,5%. De tarieven in de overige belastingschijven wijzigen niet;
– De invorderingsrente wordt, voor de gevallen waarin de belastingschuldige een recht krijgt op een terug te geven bedrag aan belasting, vergoed over het tijdvak dat aanvangt op de dag, volgend op de dag waarop de belasting is betaald of op aangifte is voldaan of afgedragen, en eindigt op de dag voorafgaand aan die van de terugbetaling.
Voor de toekomst is onder meer gepland:
– afschaffing van de middelingsregeling in de inkomstenbelasting;
– aanpassing van het stelsel van autobelastingen, waaronder het privé gebruik;
– het gedeeltelijk uit de loonbelasting halen van de DGA;
– beter richten van fiscale faciliteiten voor ondernemers op echt ondernemerschap en doorgroei (vervallen zelfstandigenaftrek?);
– verschuiving van lasten op arbeid en ondernemen naar de BTW;
– het vereenvoudigen van het pensioen in eigen beheer.