Een directeur aandeelhouder (DGA) van een BV had in zijn aangifte 2009 zijn lening aan de BV omgezet in agio. Bij een boekenonderzoek corrigeerde de fiscus dat en legde een boete op van 50%. De fiscus stelde daarbij dat de notulen waarop de agiostorting was gebaseerd geantedateerd waren. De fiscus vond dat er opzettelijk onjuist aangifte was gedaan. Na beroep van de DGA oordeelde de Rechtbank Den Haag dat de opgelegde vergrijpboete vernietigd moest worden. De rechtbank vond niet bewezen dat de DGA, door bij zijn aangifte rekening te houden met een verhoogd bedrag aan agio, opzettelijk de aangifte onjuist of onvolledig had gedaan. Door de fiscus was niet bewezen dat de notulen van de buitengewone vergadering van aandeelhouders van de BV, waarin het besluit was vastgelegd om de rekening-courant schuld van de BV aan de DGA om te zetten in agio, waren geantedateerd en valselijk waren opgemaakt.