TIJDIG REGISTREREN INTENTIE OPRICHTEN B.V./INBRENG TBS-PAND: VOOR 1-10 A.S.
Wanneer een eenmanszaak of v.o.f. in een B.V. moet worden omgezet of wanneer de verwachting is dat zo’n omzetting zal gaan plaatsvinden, is het van belang om een voorovereenkomst op te maken en die tijdig te registreren. Om het ondernemingsresultaat in het kader van een geruisloze inbreng nog vanaf 1-1-2010 aan de B.V. toe te kunnen rekenen is registratie nog mogelijk tot en met 30-9-2010. In geval van een ruisende inbreng, met toerekening van het resultaat aan de B.V. vanaf 1-1-2010 en waarvan de voorovereenkomst al moest zijn geregistreerd voor 1 april j.l., dient de B.V. te worden opgericht voor 1-10-2010. Wanneer nog dit jaar met terugwerkende kracht van de faciliteit van de inbreng van een TBS-pand gebruik wordt gemaakt, zal ook die intentieverklaring vóór 1-10 a.s. geregistreerd moeten worden.
WERKKOSTENREGELING
De Minister heeft in een brief uitleg gegeven over de werkkostenregeling. Onder de werkkostenregeling kan de werkgever tot een maximum van 1,4% van de totale fiscale loonsom vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen. Daarover hoeft geen belasting te worden betaald. Binnen de werkkostenregeling bestaat een beperkt aantal gerichte vrijstellingen, zoals de vergoeding van € 0,19 per zakelijke kilometer. De ‘fietsenregeling’ valt niet onder de gerichte vrijstellingen. De minister vindt echter dat de fiets van de zaak met de komst van de werkkostenregeling fiscaal gezien nog steeds zeer voordelig is. Zo wordt er geen maximum meer gesteld aan de prijs van de fiets. De werkgever mag dus ook een dure elektrische fiets vergoeden of verstrekken, mits de fiscale ruimte niet overschreden wordt. Wanneer het forfait van 1,4% overschreden wordt, komt de belasting over het meerdere voor rekening van de werkgever. Dit via een eindheffing van 80%.
ONDANKS ONJUIST AANGIFTENUMMER EN OVERMAKEN VAN ÉÉN BEDRAG AAN LB- EN OB WAS BELASTING VOLDAAN
Een BV deed tijdig de aangiften loon- en omzetbelasting over het vierde kwartaal van 2005. De gemachtigde maakte de verschuldigde bedragen echter niet afzonderlijk maar samen over. Tevens vermeldde hij hierbij een onjuist aangiftenummer voor de loonheffing. De fiscus legde daarom een LB-naheffingsaanslag met boete op. De Belastingdienst stortte het bedrag van de loonheffing vervolgens weer terug. Volgens de BV was de naheffingsaanslag ten onrechte opgelegd. De Rechtbank oordeelde dat de fiscus ondanks de fout in de betaling bij een eenvoudige raadpleging van de systemen had kunnen concluderen dat de betaling zag op de loonbelastingaangifte over het vierde kwartaal van 2005. Het Hof Amsterdam besliste echter, dat de fiscus terecht een naheffingsaanslag met boete had opgelegd. De BV was zich terdege bewust van het belang van het verstrekken van de betalingskenmerken. De Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat de BV door het totaalbedrag over te maken, de LB over het vierde kwartaal had betaald. Er was dan voor het opleggen van een naheffingsaanslag geen aanleiding. Ook was er volgens de Hoge Raad�sprake van een terugbetaling die�de�BV niet wilde. De Hoge Raad wees er hierbij op dat het bedrag ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag nog niet door de fiscus was terugbetaald.
NIEUW BESLUIT EIGENWONINGRENTE
Recent is een nieuw besluit gepubliceerd over de renten van de eigenwoningschulden en de kosten van de geldleningen (eigenwoningrente). Het besluit is een actualisering van het eerdere besluit uit oktober 2009. Toegevoegd is de vrije keuze van toerekening als een deel van de eigen woning naar box 3 verhuist. Verduidelijkt is dat bij overgang naar box 3 de eigenwoningschuld niet meer bedraagt dan het deel van de schuld dat overeenkomt met het deel van de oorspronkelijke aankoopprijs dat kan worden toegerekend aan het box 1-gedeelte. Verder is opgenomen dat er geen saldering plaatsvindt van betaalde en ontvangen rente bij een verbouwingsdepot gedurende de eerste zes maanden.
NAVORDEREN ONMOGELIJK DOOR INFLEXIBEL EN TRAAG WERKEND AUTOMATISERINGSSYSTEEM
Iemand deed eind maart 2008 elektronisch aangifte IB over 2007. Ruim negen maanden later, begin 2009, werd een verbeterde elektronische aangifte ingediend. Daarin was het box 1 inkomen met € 60.000 verhoogd. Intussen werd bij de fiscus begin december 2008 volledig geautomatiseerd de elementennota voor de aanslag opgesteld. Via de Centrale Administratie werd ruim elf weken later, op 21 februari 2009, de belastingschuld geformaliseerd. Bij ontvangst van de aanslag bleek dat er geen rekening was gehouden met de verbeterde aangifte. De fiscus deed dat alsnog door op 20 juni 2009 een navorderingsaanslag op te leggen. In geschil was of er nu sprake was van een nieuw feit dat navordering kon rechtvaardigen. De rechtbank Arnhem was van mening dat van een nieuw feit sprake was indien op het moment waarop de verbeterde aangifte was ingediend, de elementen van de primitieve aanslag al waren vastgesteld én de fiscus redelijkerwijs niet meer in staat was de verzending van het aanslagbiljet te verhinderen. De rechtbank stelde vervolgens vast dat gelet op de termijn die was verstreken tussen het moment dat de verbeterde aangifte was ingediend (5 januari 2009) en het moment dat de aanslag was geformaliseerd (21 februari 2009) de fiscus redelijkerwijs in staat moest zijn geweest om de verzending van het aanslagbiljet te verhinderen. Er had dan alsnog rekening kunnen worden gehouden met de verbeterde aangifte. Nu dit was nagelaten was sprake van een ambtelijk verzuim dat navordering verhinderde. Dat het nalaten zijn oorzaak vond in de wijze waarop de belastingdienst haar automatiseringssysteem had ingericht, veranderde dit oordeel niet.
CONCLUSIE OVER AFBOEKING LENING MET ONZAKELIJK DEBITEURENRISICO
Een BV droeg in 1999 effecten over aan haar 100% dochtervennootschap. De koopsom van 5,3 mio euro werd in rekening-courant schuldig gebleven. De Dochter-BV had op dat moment slechts een eigen vermogen van € 18.151. Aanvankelijk was geen sprake van rente of aflossing. Later werd alsnog een overeenkomst opgesteld, waarbij een rente van 5% en aflossing in tien jaar was overeengekomen. Met de fiscus was in geschil of in 2001 1,2 mio euro afgeboekt kon worden op de vordering. Het eigen vermogen van de Dochter-BV was inmiddels negatief geworden door de rentebijschrijving en door een waardedaling van de effecten. De Rechtbank en het Hof Arnhem stonden de afboeking niet toe. Ook in cassatie was de Advocaat-Generaal (A-G) van mening dat de onderhavige lening essentieel onzakelijk was en dus niet met 1,2 mio kon worden afgeboekt. Wanneer de lening voor een deel wel zakelijk zou zijn, dan zou de afboeking in de eerste plaats moeten worden toegerekend aan het deel met het onzakelijke risico. Het oordeel van de Hoge Raad moet nog afgewacht worden. Van belang is nog, dat in het algemene deel van de conclusie de A-G een onderscheid maakt tussen onzakelijke leningen die essentieel onzakelijk zijn en leningen die slechts qua rente onzakelijk zijn. Bij essentieel onzakelijke leningen is de onzakelijkheid zodanig overheersend dat de afwaardering in de eerste plaats moet worden toegerekend aan het deel dat een onafhankelijke derde niet zou hebben verstrekt. De lening met een onzakelijke rente wordt naar een zakelijke lening gecorrigeerd door correctie van de rente. Een eventueel afwaarderingsverlies is dan wel aftrekbaar.
VERVALLEN ONDERWIJSVRIJSTELLING BTW; VRIJSTELLING VOOR BEROEPSOPLEIDINGEN
Per 1 juli 2010 is de keuzemogelijkheid voor onderwijsinstellingen om beroepsopleidingen vrijgesteld of belast te verstrekken komen te vervallen. Vanaf die datum geldt de vrijstelling nog slechts voor het wettelijk erkende beroepsonderwijs, voor beroepsopleidingen verstrekt door bekostigde instellingen en voor beroepsopleidingen verstrekt door erkende instellingen. Voor contracten die vóór 1 juli 2010 zijn afgesloten blijft de oude regelgeving gelden tot uiterlijk 1 januari 2011. Onder de nieuwe regels zijn onder meer vrijgesteld het onderwijs dat wordt verstrekt door in het Register Kort Beroepsonderwijs (RKBO) erkende beroepsopleidingen en door de overheid gefinancierde beroepsopleidingen. Een instelling die wil worden opgenomen in het RKBO moet zich vóór 1 oktober 2010 aanmelden voor opname in het RKBO en uiterlijk op 31 december in dat register zijn opgenomen om de vrijstelling te kunnen blijven toepassen.
Wij besteden de uiterste zorgvuldigheid aan deze nieuwsbrief. Echter, mede omwille van de leesbaarheid en duidelijkheid gekozen beknoptheid kunnen we de juistheid en volledigheid van deze informatie niet garanderen. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.