Nieuwsbrief november 2014

KAPITALISATIEFACTOR VAN 9,9 BIJ HUURPAND REËEL
Tussen de gemeente ’s-Hertogenbosch en de eigenaar van een bedrijfsobject was de WOZ-waarde 2013 van dit object in geschil. De gemeente had de WOZ-waarde vastgesteld op een bedrag van € 782.000. In beroep werd door de gemeente een taxatierapport overgelegd met een waarde van € 782.000. De Rechtbank Oost-Brabant oordeelde dat de gemeente daarmee voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij de WOZ-waarde van een bedrijfsobject niet op een te hoog bedrag had vastgesteld. Over de huurwaarde bestond tussen partijen geen geschil meer. Het was dan aan de gemeente om aannemelijk te maken dat de kapitalisatiefactor ten minste 9,9 zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de gemeente dit had bewezen. De heffingsambtenaar had ten minste drie bruikbare verkooptransacties genoemd die omgerekend hadden geleid tot een gemiddelde kapitalisatiefactor van 10,4.

VOOR MEI 2015 DUIDELIJKHEID OVER PENSIOEN IN EIGEN BEHEER
Voor het meireces komt de Staatssecretaris van Financiën met een nadere uitwerking van mogelijke oplossingsrichtingen voor de problematiek over het pensioen in eigen beheer. Het heeft zijn voorkeur om zich dan uit te spreken voor één variant. Hierover kan vervolgens met de Tweede Kamer gedebatteerd worden.

NA AFLOOP VERHUUR BOX 1 WONING VOOR EXPAT
Een werknemer werd in 2003 door zijn werkgever naar het buitenland gezonden. Van 30 juli 2008 tot en met 17 september 2009 verhuurde hij zijn eigen woning. De fiscus was van mening dat de woning door de verhuur niet meer kwalificeerde als eigen woning. Er werd een IB-navorderingsaanslag opgelegd. In beroep oordeelde Rechtbank Den Haag dat de woning ondanks de tijdelijke verhuur nog steeds als een eigen woning was aan te merken. Volgens de rechtbank bleek namelijk uit een eerdere rechterlijke uitspraak dat de woning uitsluitend gedurende de verhuurperiode niet als eigen woning kon worden aangemerkt. Na afloop van de verhuurperiode moest de woning volgens de rechtbank dan ook weer als een eigen woning worden aangemerkt. Ook de Advocaat Generaal (AG) trok die conclusie. De woning vormde een eigen woning in de zin van de Wet IB 2001. Hieraan deed niet af dat de woning tijdens de uitzending tijdelijk was verhuurd.

GEEN WERKNEMERSCHAP NA TOETREDING NIEUWE AANDEELHOUDERS
Twee aandeelhouders hielden via hun BV’s de aandelen in een Werk-BV. Per 11 september 2008 trad een derde persoon, via zijn Holding-BV, als aandeelhouder toe tot die BV. Vanaf 11 september was de aandelenverhouding 40% resp. 40% voor de eerste aandeelhouders en 20% voor de nieuw toegetreden aandeelhouder. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelde de fiscus dat de oorspronkelijke aandeelhouders vanaf 11 september 2008 werknemer waren van de Werk-BV. Er werden naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd. In beroep oordeelde de Rechtbank Noord-Holland echter dat ze ook na 11 september 2008 nog als DGA waren aan te merken. Van belang was dat de bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap allen een gelijk of nagenoeg gelijk aantal stemmen konden uitbrengen, zouden worden aangemerkt als directeur-grootaandeelhouders. De rechtbank verwees nog naar een arrest van de Hoge Raad waarin uitdrukkelijk afstand was genomen van de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep op dit gebied. De naheffingsaanslagen werden vernietigd.

ONDERNEMERSCHAP VERPLEEGKUNDIGE IN THUISZORG
Naar aanleiding van een gerechtelijke uitspraak over ondernemerschap van een in de thuiszorg werkzame verpleegkundige werden vragen gesteld. De Staatssecretaris gaf als antwoord aan dat voor de fiscus deze uitspraak alleen zou gelden voor vergelijkbare situaties. De Staatssecretaris gaf ook aan dat de uitspraak niet heeft te gelden voor alle andere gevallen waarin zorg in natura wordt verleend. Ook werd de kanttekening gemaakt dat de conclusie van het hof dat “de met haar werkzaamheden in de thuiszorg behaalde inkomsten winst uit onderneming vormen”, niet zou wegnemen dat een opdracht waarbij sprake is van zorg in natura op zichzelf bezien een dienstbetrekking zou kunnen vormen. De aanvraag van een VAR voor zorg in natura zal in de regel een VAR-loon opleveren.

Wij besteden de uiterste zorgvuldigheid aan deze nieuwsbrief. Echter, mede omwille van de leesbaarheid en duidelijkheid gekozen beknoptheid kunnen we de juistheid en volledigheid van deze informatie niet garanderen. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.