Nieuwsbrief mei 2010

ZONDER BIG-REGISTRATIE HAD PSYCHOTHERAPEUT RECHT OP BTW-VRIJSTELLING
Via een maatschap gaf een van de maten voornamelijk behandelingen op het gebied van psychotherapie. De ondernemer had geen BIG-registratie, maar was wel ingeschreven bij de Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP). De maatschap paste voor de diensten de medische BTW-vrijstelling toe. De fiscus corrigeerde dat en legde naheffingsaanslagen omzetbelasting met een boete op. Volgens de fiscus waren de behandelingen niet van een gelijkwaardig niveau als van een wel BIG-geregistreerde behandelaar. De Rechtbank Arnhem oordeelde dat voldoende aannemelijk was gemaakt dat het kwaliteitsniveau van de diensten niet onderdeden voor dat van de diensten van een gezondheidszorgpsycholoog. Volgens de rechtbank duidden de beroepskwalificaties en het opleidingsniveau op een gelijkwaardig kwaliteitsniveau. Dat er geen BIG-registratie was deed daar niet aan af. Ook hechtte de rechtbank eraan dat reguliere artsen patiënten doorverwezen en dat een grote zorgverzekeraar de verrichte behandelingen vergoedde.

CORRECTIE GEBRUIKELIJK LOON VERLAAGD OMDAT WERKZAAMHEDEN ZICH BEPERKTEN TOT VERMOGENSBEHEER
Na een boekenonderzoek bracht de fiscus een aantal correcties aan bij een BV. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat de fiscus die in redelijkheid had kunnen aanbrengen, met uitzondering van de correcties van het loon. Het aan de DGA uitbetaalde loon was hem in guldens en niet in euro’s uitbetaald. Een gebruikelijk loon van € 38.118 was niet redelijk omdat de werkzaamheden van de DGA tot vermogensbeheer waren beperkt. De rechtbank reduceerde het loon daarom tot 1/8 deel van voornoemd loon.

BEPERKTE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR INVORDERINGSRENTE EN KOSTEN
Bestuurders kunnen ook aansprakelijk worden gesteld voor invorderingsrente en kosten. De Invorderingswet stelt daarbij als voorwaarde dat dit alleen het geval is wanneer het ontstaan daarvan aan de bestuurder is te wijten. De ontvanger heeft daartoe de bewijslast. In een feitelijke procedure voor Hof Den Bosch slaagde de ontvanger niet in zijn bewijslast voor zover het de invorderingsrente en kosten betrof na het opleggen van de naheffingsaanslagen loonheffing en omzetbelasting waarvoor de bestuurder op een later moment aansprakelijk werd gesteld. De aansprakelijkstelling werd in zoverre verminderd.

EXPLOITATIE VAN WONINGEN NIET BELAST
De eigenaar van een administratiekantoor hield zich bezig met ‘Beheer, exploitatie en administratie van onroerende goederen’. De eigenaar van een aantal onroerende zaken had die panden nooit geactiveerd op de balans. Het onderhoud aan de panden verrichtte hij voor een deel zelf. Met de fiscus was in geschil of de boekwinst behaald bij de verkoop van een pand tot het inkomen uit werk en woning behoorde. De factor arbeid was zowel voor de kwalificatie winst uit onderneming als voor de kwalificatie resultaat uit overige werkzaamheid van belang. Als de arbeid die met betrekking tot de onroerende zaken niet meer was dan bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is, dan is de boekwinst behaald bij verkoop noch als winst uit onderneming noch als resultaat uit overige werkzaamheid belastbaar. De fiscus had onvoldoende aangevoerd waarom de bij de verhuurde panden verrichte arbeid qua aard en omvang normaal vermogensbeheer te buiten zou gaan.

WERKZAAMHEDEN KAMERVERHUUR ONBELAST
Een eigenaar van een vijftal eengezinswoningen, onverdeeld in 27 kamers, verhuurde die aan studenten. Hij hield zich niet bezig met het actief werven van huurders. De huursom was vastgesteld volgens een vast puntensysteem. In de huursom zat een opslag voor water, gas, elektriciteit en andere lasten. De contracten daarvan stonden op zijn naam. Jaarlijks vond er een verrekening van de kosten plaats. Het normale onderhoud werd door de huurders zelf gedaan. Voor de verwarmingsinstallaties liepen er afspraken met de Gaswacht, voor de brandbeveiliging en glasbreuk waren contracten met andere bedrijven gesloten. De eigenaar bezocht de woningen ongeveer een keer per jaar. Hij verzorgde zelf de verhuuradministratie. In geschil was de belastbaarheid van de huuropbrengsten. Volgens de Rechtbank Leeuwarden behoorden de inkomsten uit de kamerverhuur tot box 3 en niet tot box 1. De werkzaamheden in het kader van kamerverhuur gingen normaal vermogensbeheer niet te boven. Ook het Gerechtshof Leeuwarden was het daar mee eens. De verrichte arbeid had niet als doel om voordelen uit kamerverhuur te halen welke het bij normaal actief vermogensbeheer opkomende rendement te boven zouden gaan. De aard en omvang van de werkzaamheden die verricht waren en die in tijdsbeslag beperkt waren, gingen normaal actief vermogensbeheer niet te boven.

 

Wij besteden de uiterste zorgvuldigheid aan deze nieuwsbrief. Echter, mede in verband met de omwille van de leesbaarheid en duidelijkheid gekozen beknoptheid kunnen we de juistheid en volledigheid van deze informatie niet garanderen. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.