TOENAME BOX 3 VERMOGEN REDEN VOOR NADERE CONTROLE: GEEN NAVORDERING
In 2006 was door een particulier een voordeel behaald van 1,4 mio met de verkoop van een perceel. Hij had dat eerder van zijn ouders verworven. De fiscus legde een navorderingsaanslag IB/PVV 2006 op. Daarbij werd de 1,4 mio in aanmerking genomen als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). De Rechtbank Den Haag vond dat de forse toename van het box-3-vermogen aanleiding had moeten zijn om een nader onderzoek in te stellen naar de aangifte. Door dat na te laten, was een ambtelijk verzuim begaan dat aan navordering in de weg stond. Dat een dergelijke grote vermogenssprong geen reden was voor het geautomatiseerde systeem van de fiscus om de aangifte uit te werpen, was niet van belang. De fiscus had bewust het risico aanvaard dat er in de aangifte iets was opgenomen dat een nader onderzoek vereiste, maar waarvan door de gevolgde werkwijze geen kennis genomen was. Het risico van die keuze kwam voor rekening van de fiscus. De rechtbank was ook van oordeel dat de vermogenssprong niet de niet-onwaarschijnlijke mogelijkheid openliet dat de aangifte toch juist was. In dat geval zou van een ambtelijk verzuim geen sprake zijn geweest. De navorderingsaanslag kwam te vervallen.
ALLE AUTOGERELATEERDE FISCALE ONDERWERPEN VÓÓR JULI IN EEN BRIEF SAMENGEVAT; LAADPAAL ONBELAST
Het kabinet zal de Autobrief 2.0, die de periode 2017-2020 zal bevatten, eind juni naar de Tweede Kamer sturen. Daarin zullen alle auto gerelateerde onderwerpen aan de orde komen.
In een besluit is verder goedgekeurd dat het plaatsen van een laadpaal in of bij de woning van een werknemer voor een (semi-)elektrische auto die de werkgever ter beschikking stelt, onderdeel uitmaakt van de terbeschikkingstelling van de auto. Rekening houden met een extra bedrag aan loon (in natura) is dus niet nodig. Dit ongeacht of een laadpaal is opgenomen in de catalogusprijs. Deze goedkeuring zal ook gelden voor een vergoeding als de werknemer de laadpaal op eigen kosten plaatst of laat plaatsen. De laadpaal maakt deel uit van de gebruikskosten van de auto. Als geen sprake is van een bijtelling (bijvoorbeeld omdat de auto van de zaak minder dan 500 privékilometers per jaar wordt gebruikt) wordt ook de laadpaal geacht voor zakelijk gebruik te zijn bedoeld. Deze goedkeuring is ook van toepassing op een ondernemer die in zijn onderneming een (semi-)elektrische auto gebruikt die tot het ondernemingsvermogen behoort. De met deze auto en de oplaadvoorziening samenhangende kosten kunnen worden afgetrokken van de winst. In verband met de onttrekking wegens privégebruik auto, maakt de laadpaal deel uit van de terbeschikkingstelling van de auto. De goedkeuring geldt echter niet voor de benodigde elektriciteit. Wanneer werkgever en werknemer overeenkomen dat de werknemer de feitelijk verbruikte elektriciteit voor een ter beschikking gestelde auto tegen kostprijs ‘doorlevert’ aan de werkgever, zal dat geen gevolgen hebben voor de vaststelling van het loon. Tot de kostprijs behoren dan ook de kosten van een meter om het feitelijke verbruik te kunnen vaststellen. Als een werkgever een laadpaal bekostigt voor een eigen auto van de werknemer is de goedkeuring niet van toepassing. In dat geval kan de werkgever niet meer onbelast vergoeden dan € 0,19 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer). De kosten voor de elektriciteit worden geacht te zijn begrepen in de onbelaste vergoeding.
GEEN NAVORDERING TZV VERKOOPWINST PAND
In september 2006 werd een pand gekocht. Dat pand werd in november 2006, met behulp van een ander doorverkocht. De fiscus stelde dat de behaalde verkoopwinst belast moest worden als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). Volgens de fiscus stond ten tijde van de aankoop al vast dat het pand doorverkocht zou gaan worden. De fiscus stelde dar er geen andere panden ter belegging werden aangehouden, dat er sprake was van een 100% financiering en dat met de tussenpersoon al voor de aankoop van het pand contact was gelegd. In beroep oordeelde de Rechtbank Noord-Nederland dat de fiscus niet aannemelijk had gemaakt dat er ten tijde van de koopovereenkomst al het oogmerk tot wederverkoop was. De rechtbank achtte namelijk niet aannemelijk dat er geen panden in privé waren aangekocht ter belegging of voor de verhuur. Verder stelde de rechtbank nog dat de fiscus ook niet aannemelijk had gemaakt dat het pand voor 100% gefinancierd zou worden. Ook het vóór de aankoop gelegde contact was niet aannemelijk gemaakt. De navorderingsaanslag kwam te vervallen.
TOCH AFTREK VAN BIJGESCHREVEN RENTE
Vanaf 2002 was er voor een zoon sprake van een eigenwoningschuld bij zijn ouders. De verschuldigde rente werd door de zoon maandelijks achteraf betaald. In 2009 kwam hij echter in financiële problemen. De rente werd vervolgens steeds bijgeschreven op de hoofdsom. Eind 2009 kreeg de zoon, net als voorgaande jaren, een schenking van € 5.000 van zijn ouders. Deze schenking werd in dat jaar (deels) verrekend met de over 2009 verschuldigde rente. De fiscus stelde dat sprake was van kwijtschelding van de rente en weigerde de renteaftrek voor de eigen woning van de zoon. Voor de rechter was in geschil of dat terecht was. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat ondanks het ontbreken van een ‘kasrondje’ geen sprake was van een kwijtschelding van de verschuldigde rente. De achterstallige rente werd namelijk zorgvuldig geadministreerd. De schenking aan het eind van het jaar was door de zoon gebruikt om zijn schuld aan te zuiveren. Onder die omstandigheden was geen sprake van kwijtschelding en daardoor was de rente wel aftrekbaar.
Wij besteden de uiterste zorgvuldigheid aan deze nieuwsbrief. Echter, mede omwille van de leesbaarheid en duidelijkheid gekozen beknoptheid kunnen we de juistheid en volledigheid van deze informatie niet garanderen. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.