In het regeerakkoord is een aantal fiscale maatregelen voorgesteld. De belangrijkste zijn:
- Invoering tweeschijvenstelsel in de IB/LB vanaf 2019: er blijven over een basistarief van 36,93% en toptarief van 49,5%. Het toptarief begint vanaf € 68.507;
- Verhoging algemene heffingskorting in 2021 en verhoging arbeidskorting;
- De ouderenkorting wordt verhoogd met € 160;
- Vanaf 2020 wordt het eigenwoningforfait verlaagd;
- De Wet Hillen wordt de komende 20 jaar stapsgewijs afgebouwd;
- De hypotheekrenteaftrek wordt vanaf 2020 in jaarlijkse stappen van 3% verlaagd naar het basistarief van de inkomstenbelasting;
- De aftrek van de zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2020 in jaarlijkse stappen van 3% verlaagd;
- Het box 2-tarief voor het aanmerkelijk belang gaat naar 27,3 % in 2020 en naar 28,5% in 2021;
- Het heffingsvrije vermogen in box 3 wordt verhoogd naar € 30.000 per persoon. Verder wordt een systeem van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement uitgewerkt;
- Bekeken wordt nog of de huidige gebruikelijk-loon-regeling aangepast moet worden;
- De Wet DBA wordt vervangen. Voor Zzp-ers wordt bepaald dat sprake is van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een lange duur van de overeenkomst of een laag tarief in combinatie met het verrichten van normale bedrijfsactiviteiten. Dat tarief wordt gekoppeld aan het minimumloon, vermeerderd met een opslag. De gezagsverhouding wordt voortaan meer getoetst op basis van materiële in plaats van formele omstandigheden;
- In de loonbelasting wordt de looptijd van de 30%-regeling beperkt van acht naar vijf jaar en gaat de onbelaste vrijwilligersvergoeding omhoog van € 1.500 naar € 1.700;
- Het tarief van de vennootschapsbelasting gaat in stappen van 20% en 25% omlaag naar 16% en 21% per 2021. De verlenging van de eerste schijf in de VPB van € 200.000 naar € 350.000 wordt teruggedraaid. De grens blijft € 200.000;
- De aftrekbaarheid van rente van vreemd vermogen wordt beperkt;
- De afschrijving gebouwen in eigen gebruik in de VPB wordt beperkt tot een bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde (nu 50%);
- Het effectief tarief van de innovatiebox gaat van 5% naar 7%;
- De voorwaartse verrekening van verliezen in de VPB wordt beperkt tot zes jaar;
- De dividendbelasting wordt afgeschaft;
- Er wordt een bronbelasting ingevoerd op rente en royalty’s op uitgaande financiële stromen naar landen met zeer lage belastingen;
- Het lage tarief omzetbelasting gaat van 6% naar 9%.