Algemeen
Er is de laatste tijd veel te doen over de zorgplicht en de eventuele vergunningsplicht voor accountants- en administratiekantoren bij het geven van pensioenadvies en/of het bemiddelen bij pensioen. Hier gaan we kort in op enkele regels en verplichtingen toegepast op de dagelijkse praktijk.
De Wet Financiële dienstverlening (hierna Wft) stelt regels voor de advisering en bemiddeling in financiële producten. Met betrekking tot pensioenproducten zijn er twee vergunningen, te weten voor:
– pensioenadvisering, en/of
– pensioenbemiddeling
Doelstelling van zo’n vergunning is om de adviseur normen op te leggen over deskundigheid, betrouwbaarheid en integriteit. Ook moet zorgvuldige dienstverlening bereikt worden. Belangrijk hierbij is het ‘ken-uw-klantprincipe’. Elke adviseur die een complex financieel product adviseert moet bij de klant informatie inwinnen over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstelling en risicobereidheid (het zogenaamde klantprofiel).
Wat moet u doen in geval van pensioen in eigen beheer?
In onze branche is de meest voorkomende pensioenadvisering bedoeld voor de DGA. Voor het pensioen in eigen beheer is duidelijk dat dit niet onder de Wft valt. Het adviseren over pensioen in eigen beheer is dus niet onderworpen aan enige vergunningplicht binnen de Wft. Wel moet men bedacht zijn op twee zaken.
Allereerst wordt pensioen in eigen beheer vaak geadviseerd in combinatie met een vorm van verzekerd pensioen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de situatie dat het nabestaandenpensioen wordt ondergebracht bij een verzekeraar. In dat geval valt dat stukje van de advisering wel onder de Wft. Op basis van de vrijstellingsregeling Wft moet u dan beoordelen of een vergunning noodzakelijk is.
In de tweede plaats gelden bij elke advisering, ongeacht of deze onder de Wft valt, de regels van de algemene zorgplicht. Het schenden van deze algemene zorgplicht, bijvoorbeeld door het geven van een niet goed onderbouwd advies, kan altijd leiden tot een claim van een gedupeerde klant. Ook bij advisering die niet vergunningsplichtig is dient er een (goed) dossier te zijn. Hierin kan dan worden vastgelegd op basis van welke uitgangsposities tot een bepaald advies is gekomen en welke argumenten er zijn dat dit voor de klant een goed advies is.
Bij pensioenadvisering kan het van belang zijn om daarbij in te gaan op de volgende punten:
– hoeveel pensioeninkomen is gewenst/welke andere inkomensbronnen zijn er
– zijn de risico’s van onverwachte gebeurtenissen afgedekt (overlijden, arbeidsongeschiktheid)
– kan de BV voldoende vermogen opbouwen
-�is de regeling betaalbaar voor de BV
– hoe risicovol is opbouw in eigen beheer
Zoals hiervoor al kort aangehaald valt elke vorm van verzekerd of collectief pensioen binnen de reikwijdte van de Wft. Dit hoeft echter niet te betekenen dat er ook altijd sprake is van een vergunningsplicht. De WFT kent een vrijstellingsregeling. Zonder daar verder uitgebreid op in te gaan zullen accountants- en administratiekantoren doorgaans aan deze voorwaarden voor de vrijstellingsregeling voldoen. De meest onduidelijke voorwaarde is die welke bepaalt dat het advies slechts marginaal onderdeel mag zijn van de totale omzet. De AFM geeft zelf ook geen duidelijke scheidslijn aan. Wanneer de adviseur/kantoororganisatie er speciaal op is ingericht of als er sprake is van een aparte eigen afdeling voor de pensioenadvisering is in ieder geval geen sprake van vrijgestelde diensten.
Ga na of u bemiddelt of heeft bemiddeld!
Voor bemiddelen bestaat geen enkele vrijstellingsmogelijkheid. Voor bemiddeling heeft u dus een vergunning nodig. Is er geen vergunning dan kan een forse boete volgen van het AFM.
Bemiddelen wordt ruim uitgelegd. Het behulpzaam zijn bij het sluiten van een verzekering is al bemiddelen. Volgens de AFM is er zelfs sprake van bemiddelen wanneer de adviseur meer dan alleen contactgegevens van de cliënt doorgeeft aan een aanbieder of bemiddelaar.
Voorbeelden van bemiddelen:
– op verzoek van de klant opvragen van pensioenoffertes bij verzekeraars
– ten behoeve van de klant beoordelen/vergelijken van verschillende pensioenoffertes
– op verzoek van de klant rechtstreeks doorgeven van bijvoorbeeld loon- of familiegegevens aan een verzekeraar
– provisie ontvangen voor het ten behoeve van de klant afsluiten van pensioenverzekeringen of oudedagsverzekeringen
Gezien de ruime uitleg die de AFM thans geeft aan de term bemiddelen, in combinatie met het feit dat er bij bemiddeling geen enkele vrijstellingsmogelijkheid is, betekent dat u erg kritisch moet bekijken of u bemiddelt of heeft bemiddeld.
Wanneer u bemiddelt, of vanaf 2005 bemiddeld heeft moet u een bemiddelingsvergunning hebben. De AFM stelt zich namelijk op het standpunt dat de wet al sinds 2005 op deze manier uitgelegd moet worden. In principe moet u dus ook voor oude dossiers nagaan of er geen sprake is geweest van bemiddeling.
Conclusie
Zie af van elke vorm van bemiddeling in de ruime uitleg die de AFM er aan geeft.
Laat bijvoorbeeld ook de informatiestromen naar verzekeraars via uw klant lopen.
Om de kans op boetes te verkleinen adviseren we om voor uzelf vast te leggen waarom u denkt niet vergunningspichtig te zijn en dit te toetsen aan de voormelde criteria. Het aanvragen van een bemiddelingsvergunning is natuurlijk ook een optie.
Voor vragen kunt u uiteraard bij ons terecht.