Hypotheekrente aftrekbaar, ondanks andere afspraak in convenant

Op 14 november 2007 werd door de rechtbank de scheiding tussen een man en vrouw uitgesproken. In het echtscheidingsconvenant was opgenomen dat de man partneralimentatie zou betalen aan de vrouw. Dat zou hij doen met ingang van de dag waarop hun voormalige woning verkocht zou worden. De vrouw mocht de woning tot de verkoop blijven gebruiken. De man betaalde na de scheiding echter steeds de kosten van financiering van de woning. Hij betaalde ook de kosten voor overige schulden, de premie voor de opstalverzekering en voor de overlijdensverzekeringen voor hem en zijn ex-echtgenote. In de aangifte inkomstenbelasting van de man werd de helft van de hypotheekrente in aftrek gebracht; de andere helft werd als aftrekbare onderhoudsverplichtingen aangemerkt. De fiscus weigerde de aftrek voor de onderhoudsverplichtingen. Het geschil werd voorgelegd aan de rechter. Zowel de Rechtbank Zeeland-West-Brabant als in hoger beroep het Hof Den Bosch verklaarden het beroep gegrond. De rechter oordeelde dat man en vrouw een onderhoudsverplichting waren overeengekomen. Hoewel in het convenant was opgenomen dat de man tot aan de verkoop van de woning geen alimentatie hoefde te betalen had hij, nadat de echtelijke woning was verlaten, de kosten van de leningen en verzekeringen steeds voor zijn rekening genomen. Het hof vond het in dat verband aannemelijk dat man en vrouw in het kader van hun echtscheiding en alvast vooruitlopend op de verkoop van de woning, de bedoeling hadden om de situatie ten tijde van het huwelijk voort te zetten. Die situatie hield in dat de man de kosten en lasten van de woning betaalde. Wel oordeelde het Hof nog dat de man recht had op aftrek van slechts de helft van het eigenwoningforfait en niet op aftrek van het gehele forfait.