Huur en overige kosten huurwoning ten laste van resultaat te brengen

Een ondernemer in de bouw organiseerde zijn werkzaamheden vanuit een werkkamer in zijn huurwoning. Die werkkamer was onderdeel van de woning en vormde geen zelfstandige ruimte. Hij wilde aftrek van de huur- en overige kosten van zijn woning voor een bedrag van € 8.935, met daarop een bijtelling van een bedrag van € 2.700 als correctie voor privégebruik. De ondernemer stelde dat sprake van een huurrecht dat tot het keuzevermogen behoorde. Dit omdat de woning voor meer dan 10% in de onderneming werd gebruikt. De fiscus accepteerde slechts aftrek van een bedrag van € 902. In hoger beroep oordeelde Hof Den Haag dat aan de vraag of het huurrecht tot het ondernemingsvermogen behoorde niet werd toegekomen omdat gebruiksrechten van in de onderneming aangewende zaken in het algemeen geen bedrijfsmiddel vormden. Gebruiksrechten konden volgens het hof niet geactiveerd worden als er een periodieke vergoeding (huur) tegenover stond. De Hoge Raad oordeelde echter anders. Een huurrecht vormde een vermogensrecht dat dus ook als ondernemingsvermogen kon worden aangemerkt. De huurkosten waren voor de ondernemer dan ook volledig aftrekbaar. Wel moest bijgeteld worden voor privégebruik. De Hoge Raad merkte hierbij op dat de bijtelling ook gold voor de werkkamer.

uitspraak: