Een werkgever had voor de jaren 2010 en verder een aandelenplan opgesteld. Daarop werd met ingang van 2012 de werkkostenregeling toegepast. In 2012 en 2013 werden aan een aantal werknemers gratis aandelen toegekend. De werkgever wees het voordeel aan als eindheffingsbestanddeel. Omdat het om grote bedragen ging werd de vrije ruimte behoorlijk overschreden. Over een groot deel van de waarde van de aandelen droeg de werkgever 80% eindheffing af. De fiscus legde naheffingsaanslagen op met toepassing van het gebruteerde tabeltarief van 108,3%. De Rechtbank Noord Holland moest erover oordelen of het voordeel vanwege de gratis verstrekte aandelen als eindheffingsbestanddeel onder de werkkostenregeling kon worden aangewezen. De Rechtbank overwoog dat de verstrekkingen onder de werkkostenregeling konden worden gebracht. Dit ondanks dat het om verstrekkingen met een aanzienlijke waarde ging. Voor de toetsing aan het gebruikelijkheidscriterium was van belang om vast te stellen wat in overigens overeenkomstige omstandigheden gebruikelijk was. Daarna kon worden beoordeeld of daarvan al dan niet in belangrijke mate (30%) werd afgeweken. De fiscus had geheel niet duidelijk kunnen maken waarmee deze situatie was vergeleken. De verwijzing naar overschrijding van de door de fiscus zelf gehanteerde doelmatigheidsgrens van € 2.400 leidde niet tot het van de fiscus verlangde bewijs.