Een ondernemer diende over 2010 een gewijzigde aangifte inkomstenbelasting in en claimde daarin de zelfstandigenaftrek. Het aangifteprogramma van de fiscus kende naar aanleiding daarvan de inkomensafhankelijke combinatiekorting automatisch toe. Het toekennen van de korting was voor de fiscus te zien aan het kruisje dat in de aangifte achter die korting werd geplaatst. Bij het vaststellen van de aanslag in 2013 werd de zelfstandigenaftrek gecorrigeerd. De combinatiekorting bleef wel gehandhaafd. In 2014 ontdekte de fiscus dat in een groot aantal gevallen in de jaren 2008 tot en met 2012 de korting werd toegekend, terwijl niet aan de voorwaarden daarvoor was voldaan. Dit was ook bij deze ondernemer het geval. De fiscus legde daarom een navorderingsaanslag op. Volgens de ondernemer kon echter niet worden nagevorderd. Dit omdat de fiscus bij het beoordelen van de aangifte ten onrechte niet had onderzocht of er wel recht bestond op de combinatiekorting. Daarmee was een ambtelijk verzuim begaan wat moest worden aangemerkt als een beoordelingsfout. De fiscus vond echter dat slechts sprake was van een automatiseringsfout. In hoger beroep oordeelde Hof Arnhem-Leeuwarden dat de fiscus bij het vaststellen van de aanslag alle informatie had om te komen tot een juiste vaststelling van de aanslag. Bij een zorgvuldige kennisname van deze aangifte zou dan direct duidelijk zijn geweest dat geen recht bestond op de korting. Nu deze toch was toegekend, was er volgens het hof sprake van een beoordelingsfout. Die kon niet door navordering worden hersteld. Dit was zelfs het geval wanneer de korting toegekend was zonder dat de aanslagregelaar het recht op de korting expliciet zou hebben beoordeeld. De navorderingsaanslag werd vernietigd.