Een chauffeur werkte in 2014 voor diverse opdrachtgevers. Hij maakte daarbij gebruik van vrachtwagens van zijn opdrachtgevers. In het verleden ontving hij steeds een VAR-verklaring ‘winst uit onderneming’ (VAR-wuo) voor deze werkzaamheden. Naar aanleiding van een boekenonderzoek wijzigde de fiscus die VAR-Wuo voor het jaar 2014 in een beschikking VAR-loon. Na een door de chauffeur ingesteld beroep oordeelde de Rechtbank Gelderland dat de inkomsten uit de chauffeurswerkzaamheden moesten worden gezien als winst uit onderneming. De chauffeur was voldoende zelfstandig ten opzichte van zijn opdrachtgevers. Er was niet slechts incidenteel sprake van opdrachten maar de chauffeur streefde naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten. Ook liep hij ondernemersrisico. Dat hij niet in de vrachtwagens van zijn opdrachtgevers reed en daarom niet had geïnvesteerd in een eigen vrachtwagen, was voor zijn ondernemerschap niet relevant. Dit hing met de aard van zijn chauffeursdiensten samen. De VAR-loon werd vernietigd en de fscus werd verplicht een VAR-Wuo af te geven.