Btw privégebruik auto

Inleiding
De BTW-correctie op het privégebruik van de auto is gewijzigd. Bij de laatste aangifte van dit jaar geldt een onderscheid voor de correctie tot, en ná 1 juli 2011. In dit memo gaan we beknopt in op de gevolgen van deze veranderingen.

BTW- correctie tot 1 juli 2011
Tenzij uit de administratie anders blijkt wordt de in eerste instantie volledig in aftrek gebrachte voorbelasting gecorrigeerd. De correctie is 12% van de bijtelling in de IB. Voor margeauto’s/auto’s zonder BTW is de correctie 25% van de in aftrek gebrachte BTW op gebruik en onderhoud (75% aftrekbaar).

BTW- heffing ná 1 juli 2011
Na 1 juli wordt het privé gebruik belast als fictieve dienst (vraag 1d van het biljet).

Is sprake van een eenmanszaak?
Als de ondernemer een auto met BTW koopt, kan hij dit via de zaak of via privé doen. Gebeurt dit via de zaak, dan is alle BTW met betrekking tot de kosten van die auto (aanschaf, onderhoud, brandstof, later verwerkte bestanddelen e.d.) aftrekbaar. Aan het einde van het jaar vindt er vervolgens een heffing plaats over het privé gebruik van de auto. Vanaf 1 juli 2011 geldt een forfaitaire heffing van 2,7% over de cataloguswaarde (incl. BTW en BPM), indien niet anders uit de administratie blijkt. Ditzelfde geldt met betrekking tot een auto die de ondernemer privé heeft gekocht en voor de BTW zakelijk heeft geëtiketteerd. Ingeval waarin de auto zonder BTW is aangeschaft, zakelijk is geëtiketteerd en aftrek heeft plaatsgevonden voor onderhoud en gebruik, is de forfaitaire heffing 1,5% over de cataloguswaarde.

De vennoot van een vof
Voor de vennoot in een vof gelden dezelfde regels als bij de ondernemer van hiervoor. Enig verschil is dat voor de BTW een zakelijke of een privé-etikettering niet mogelijk is: of de auto wordt ‘via’ het BTW-nummer van de vof aangeschaft, of in privé. In het eerste geval gelden dezelfde regels als bij de auto op naam van de zaak van de IB-ondernemer. Alle BTW op de (aanschaf)kosten van de auto is aftrekbaar. Uiteindelijk vindt een heffing plaats van 2,7% over de cataloguswaarde. Koopt de vennoot de auto in privé, dan is de BTW over de kosten van onderhoud en gebruik van de auto aftrekbaar en vindt een heffing plaats van 1,5% over de cataloguswaarde. Wederom geldt hier dat met een sluitende kilometeradministratie ook over het werkelijk privé gebruik kan worden geheven.

Bent u werkgever/DGA?
De heffing over de aan een werknemer ter beschikking gestelde auto is vrij eenvoudig. De BTW die ziet op kosten van de auto is altijd aftrekbaar. Indien er geen kilometeradministratie is vindt een heffing plaats van 2,7% over de cataloguswaarde. Indien de BTW op onderhoud en/of brandstof in aftrek is genomen, geldt voor marge-auto’s een heffing van 1,5% over de cataloguswaarde. Het maakt niets uit of de auto in privé of zakelijk is aangeschaft. Evenmin is van belang of een vergoeding wordt betaald voor het privé gebruik. Over de vergoeding is bij toepassing van de forfaitaire regeling geen BTW verschuldigd.

Nadelige gevolgen nieuwe regeling
De nieuwe regeling kan tot gevolg hebben dat forfaitaire heffing over het privégebruik, afhankelijk de kosten, groter kan zijn dan de genoten BTW aftrek. In dat geval is het wellicht voordeliger om geen BTW in aftrek te brengen, zodat ook geen forfaitaire heffing geldt. Met name bij margeauto’s zal dit het geval zijn.

Woon-werkverkeer en overig
De kilometers gereden in het kader van woon-werkverkeer worden aangemerkt als privé. Het moet echter wel gaan om een vaste werkplaats. Reizen naar andere plaatsen dan de vaste werkplaats of het bedrijfsadres worden dus niet aangemerkt als woon-werkverkeer. Voor ondernemers die deels vrijgestelde prestaties verrichten, gebruik van auto’s die behoren tot de handelsvoorraad etc. gelden afwijkende regels.

Bezwaar 2011
Wij adviseren voor het jaar 2011 in eerste instantie aangifte te doen volgens de nieuwe regels en vervolgens bezwaar te maken tegen de hoogte van de BTW-correctie in de aangifte van het laatste tijdvak. Tot 1 juli 2011 op basis van het voordeligste bijtellingspercentage in de IB (0%); vanaf 1 juli 2011 op basis van de zogenoemde ‘standstillbepaling’ en/of het hanteren van twee systemen in één jaar. Wij hebben voor deze gevallen een modelbezwaarschrift beschikbaar. Tevens is een schema te verkrijgen waarin bovenstaand nog eens praktisch wordt weergegeven.