In 2010 schafte een BV een catamaran aan. Daarmee gingen de directeur aandeelhouder (DGA) van de holding en een vriend van hem wedstrijdzeilen. In 2012 ging het zeilen met de catamaran zodanig goed dat reclame op de catamaran werd aangebracht. De fiscus stelde dat met de aanschaf slechts de persoonlijke behoeftenbevrediging van de DGA was nagestreefd. De BV had daarmee ten onrechte aftrek van voorbelasting (BTW) geclaimd. Er werden naheffingsaanslagen over 2010, 2012 en 2013 opgelegd en ook verzuimboetes. De Rechtbank Gelderland oordeelde dat de BV aannemelijk had gemaakt dat de catamaran in overleg met de andere aandeelhouders was aangeschaft om klanten te werven. Speciaal hiertoe was de jaarlijkse managementvergoeding met € 1.000 verhoogd. Het was niet van belang of de sponsoring daadwerkelijk had geleid tot extra omzet. Ondanks de zakelijke aanschaf moest in de betreffende jaren vanwege het privégebruik van de DGA wel steeds een correctie van de in aftrek gebrachte BTW (de BUA-correctie) plaatsvinden. Omdat de reclame pas in 2012 was aangebracht, was de BUA-correctie in 2010 50% van de afgetrokken voorbelasting en in 2012 en 2013 25%. Dit met uitzondering van de 100% zakelijke kosten voor het aanbrengen van de reclame. Bovendien moest de BV alsnog BTW afdragen over de vergoeding die de zeilvriend van de DGA in 2010 had betaald om mee te mogen varen. De boetes werden vernietigd.

uitspraak: