Wanneer uw BV een financiering nodig heeft is het gebruikelijk dat u daarvoor in privé borg moet staan. De bank zal immers het risico zoveel mogelijk willen beperken. Nou hebt u van zo’n borgstelling geen last zolang het goed gaat met uw bedrijf. Maar als het onverhoopt mis mocht gaan, dan heeft u een probleem. En niet alleen met de bank!
Wanneer de bank u aanspreekt als borg, moet u uiteraard betalen. U betaalt dan voor een lening die uw BV heeft afgesloten. Daardoor krijgt u weer een vordering op uw eigen BV: de zogenoemde regresvordering. Omdat er bij uw BV waarschijnlijk niks meer te halen is, de bank spreekt u niet voor niets aan, is die vordering niets waard. Het is dan logisch om die vordering af te waarderen ten laste van uw inkomen in box 1. De rente op vorderingen op uw BV, of de huur die u ontvangt van uw BV dient u namelijk ook op te geven in box 1.
Daar denkt de fiscus toch anders over. Die stelt zich op het standpunt dat het afgeven van een borgstelling niet zakelijk is. Dat gebeurt alleen in de familiesfeer of tussen aandeelhouders en hun BV. En in dat geval is een afwaardering ten laste van uw box 1 inkomen niet mogelijk, ook al gebeurt dat vele jaren later. Het zal in een eventuele discussie met de fiscus in ieder geval helpen wanneer u met uw BV een vergoeding afspreekt voor het afgeven van uw borgstelling. Dan is vervolgens wel weer de vraag wat dan een zakelijk verantwoorde vergoeding is. Die hangt af van het risico dat u loopt: hoe hoger het risico, des te hoger de vergoeding zal moeten zijn. Een nadeel daarvan is, dat die vergoeding dan wel elk jaar weer tot uw inkomen in box 1 behoort. Voordeel is, dat een aftrekbare afwaardering tot een grote belastingbesparing kan leiden. En dat kunt u waarschijnlijk goed gebruiken wanneer het is misgegaan met uw onderneming. Ga dus bij het afgeven van een borgstelling zorgvuldig te werk.
Van Vugt & Van Hulten Belastingadviseurs, juli 2015